Gynaecoloog Hélène van Meir: ‘baarmoederhalskanker voorkomen met HPV-vaccin’.

01-05-2024 17:17

 

 

 

 

Gynaecoloog Hélène van Meir: ’baarmoederhalskanker voorkomen met vaccin’

Gynaecoloog Hélène van Meir.

Foto studio kastermans/Danielle van Coevorden

 
 
 
 
 
 
 
Gynaecoloog Hélène van Meir: ‘baarmoederhalskanker voorkomen met HPV-vaccin’
 

In de nieuwste podcast van Tergooi MC vertelt gynaecoloog Hélène van Meir alles over HPV, een virus dat onder meer baarmoederhalskanker kan veroorzaken. ‘Ik wil het taboe doorbreken, het onderwerp bespreekbaar maken.’
 

HPV, voluit humaan papillomavirus genoemd, is een virus waar je kanker van kunt krijgen. Daarvan is baarmoederhalskanker de bekendste vorm. Maar ook schaamlip-, anus-, penis-, mond- en keelkanker komen voor. De kans dat vrouwen én mannen een van deze vormen van kanker oplopen is klein en neemt af door te kiezen voor een HPV-vaccinatie, is de overtuiging van gynaecoloog Hélène van Meir. ‘Ik kan alleen maar blijven zeggen: ik zie in mijn spreekkamer wat voor ellende dit virus kan veroorzaken. Dus laat je kinderen vaccineren.’

 

 

Luister de Tergooi Podcast over HPV en baarmoederhalskanker


HPV is een besmettelijk virus dat bijna iedereen wel een keer krijgt. Er zijn verschillende soorten HPV en van een aantal soorten kan je zelfs kanker krijgen. Gynaecoloog dr. Hélène van Meir vertelt er alles over in de Tergooi Podcast. 

 

 

Luister hier de podcast.

 
 
 
Dat HPV desastreus kan uitpakken, zou je niet zeggen als Van Meir op haar telefoon een plaatje laat zien van het virus. Het ziet er haast vrolijk uit, opgebouwd uit bolletjes in allerlei tinten roze. ‘Mooi hè’, lacht de gynaecoloog. Haar positieve benadering van het onderwerp is typerend. Ze begint met de geruststellende uitleg dat iedereen vroeg of laat HPV krijgt. ‘Ongeacht je afkomst, of hoe goed of slecht je het hebt in het leven. Het is vervelend, maar het is dus ook niks ergs. Er zijn wel honderdvijftig soorten HPV, waaronder veel onschuldige varianten.’
 
 
 
 

De Tekst gaat verder onder de Foto: 

 

HPV: humaan papillomavirus.

HPV: humaan papillomavirus.

Foto studio kastermans/Danielle van Coevorden

 
 
 
 
 
 
 
En toch: HPV en kanker. Het is in de beleving van veel vrouwen onlosmakelijk met elkaar verbonden, weet gynaecoloog Van Meir. ‘Er is veel onwetendheid. Het is goed om aandacht te blijven besteden aan dit virus en wat het precies inhoudt.’
 
 

Wat is HPV?

 

‘Heel veel is HPV. Met types als HPV een, twee en vier kom je al op jonge leeftijd in aanraking, want dat gaat via huidcontact. De meest bekende uitingsvorm zijn onschuldige wratjes en geen veroorzaker van kanker. Er zijn ook oncogene vormen van HPV, dat zijn types die wel problemen kunnen geven. Dan heb je het voornamelijk over type zestien en achttien. Deze types draag je over via seksueel contact. Daarom wordt het virus soms ook onder het kopje seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) geschaard.’

 

‘Dat klopt feitelijk, maar ik vind het ongemakkelijk om het op een hoop te vegen’, vervolgt ze. ‘Rond SOA’s hangt iets negatiefs. Bovendien kun je chlamydia of gonorroe voorkomen door veilig te vrijen, terwijl je HPV ook al kunt oplopen door huid-op-huidcontact. Zelfs als je gemeenschap hebt met een condoom kun je HPV krijgen. Kortom, vroeg of laat krijgt iedereen het. De vraag is: wat doet je lichaam ermee? Meestal ruimt het lichaam het zelf op binnen een of twee jaar. Maar sommige lichamen hebben daar meer moeite mee. Waarom dat zo is, weten we niet precies. Duidelijk is wel dat mensen met een gestoord afweersysteem het lastiger hebben. Geldt ook voor mensen die roken of vapen.’
 
 

Hoe uit HPV zich?

 

‘Om te beginnen is het een misverstand dat uitsluitend vrouwen besmet kunnen raken met HPV. Het treft ook mannen. Alleen is het bij hen veel zichtbaarder dan bij vrouwen. Als zij iets geks zien op hun penis, rennen ze meteen naar de dokter. De baarmoederhals van vrouwen is niet te zien. Zij merken pas dat er iets aan de hand is als ze klachten krijgen, zoals onregelmatig bloedverlies, of bloedverlies na het vrijen. En vaak genoeg merken vrouwen überhaupt niks.’

 

‘Daarom is deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zo belangrijk. Helaas valt de opkomst wat tegen. Dat is niet nieuw, dat is al jaren het beeld. Het heeft ook te maken met de doelgroep. Vanaf je dertigste word je iedere vijf jaar opgeroepen voor een screening, en juist op die leeftijd zijn vrouwen vaak zwanger of willen ze zwanger worden. Dan stellen ze de screening uit en voor je het weet ben je 35 of 40, voordat je voor het eerst meedoet. Ik zeg: ga wel, ook al ben je het vergeten, of ben je verhuisd en je oproep kwijt.’
 

‘Sinds twee jaar kun je een zelftest voor thuis aanvragen, waarmee je de HPV-bepaling kunt doen. Is de uitslag positief, dan ga je naar de huisarts voor een uitstrijkje. Deze aanpak lijkt beter aan te slaan. We gaan er zelfs naartoe dat de zelftest direct wordt meegestuurd met de uitnodiging. Het motto blijft: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. Goed om je te realiseren dat het een preventief vaccin is, tegen de meest vervelende types HPV16 en HPV18. Daarnaast zijn er nog andere types HPV die ook afwijkingen kunnen veroorzaken bij de baarmoederhals. Dus voor het opsporen van die types en eventuele afwijkingen is deelname aan het bevolkingsonderzoek essentieel.’

 

 

Wat gebeurt er als je bent besmet?

 

‘De cellen die via een uitstrijkje zijn verkregen, worden bekeken door een patholoog. Daarna volgt de zogenaamde PAP-uitslag. Deze gaat van één tot vijf: van geen tot ernstig afwijkende cellen, dan wel kankercellen. Vanaf PAP 2 word je doorverwezen naar de gynaecoloog. Mensen schrikken enorm van een positieve HPV-uitslag. Ik zie regelmatig vrouwen in mijn spreekkamer die denken dat ze kanker hebben en doodgaan. De emoties lopen soms hoog op.’
 

‘Maar afwijkende cellen willen dus absoluut niet zeggen dat je baarmoederhalskanker hebt. Even de cijfers: zo’n vijfhonderdduizend vrouwen doen landelijk mee aan het bevolkingsonderzoek per jaar. Bij tien procent wordt HPV gevonden. Daar weer tien procent van heeft een afwijkend uitstrijkje. Dat is dus één procent van alle deelnemers. Dat zijn er landelijk vijfduizend. Ruim 950 daarvan hebben baarmoederhalskanker.’

 

 

Toch is er angst en schaamte:

 

‘Het is essentieel dat het taboe eraf gaat, dat vrouwen over HPV praten. Het is niet iets om je voor te schamen. Je hoeft bij een HPV-besmetting – in tegenstelling tot SOA’s – niet iedereen waarmee je het ooit gezellig in bed had te waarschuwen. Ik leg vrouwen ook uit dat ze gewoon seks kunnen hebben. Stel je voor dat dit niet meer kan. Dan wordt het heel ongezellig. Belangrijk is alleen dat vrouwen signalen niet negeren, dat ze er niet te lang mee doorlopen. Ik hoor zo vaak vrouwen zeggen: ik durfde er niet over te praten. Tot ze het tegen een vriendin vertellen en blijkt dat haar buurvrouw het heeft, en haar vriendin. Dat iedereen iemand kent die ervoor is behandeld. Verbaast mij niks. Ik heb hier iedere week twee volle spreekuren.’
 
 

Stel, je komt onder behandeling van een gynaecoloog:

 

‘De eerste afspraak is op het Cervix-spreekuur – cervix betekent baarmoederhals – waar ze door gespecialiseerde doktersassistentes worden bijgepraat over wat ze kunnen verwachten en hoe het onderzoek verloopt. We werken met een vast team. Dat is fijn. Daarna komen de patiënten bij een van de gynaecologen. Ik bekijk met de microscoop de baarmoedermond en maak een kleuring om te bepalen welk gebied afwijkend is. Soms is dat maar een klein hoekje, soms is het groot. Soms is een biopt nemen niet nodig, soms wel. Op basis van het stukje weefsel dat ik afneem, bepaalt de patholoog anatoom of er sprake is van CIN 1, 2 of 3, waarmee de verschillende voorstadia van baarmoederhalskanker worden ingedeeld.’

 

‘CIN 1 is een lichte afwijking en kan het lichaam goed zelf opruimen. CIN 2 (matige afwijking) en CIN 3 (ernstige afwijking) kun je goed behandelen door een stukje baarmoedermond en baarmoederhals weg te nemen. We zien vaak dat een half jaar na deze ingreep het uitstrijkje alweer normaal is. Als je besluit een CIN 2 niet te behandelen, blijft de CIN 2 gelijk, verdwijnt het of wordt het soms CIN 3.’

‘Als dit het geval is, gaan we met de vrouw in gesprek. Bij vrouwen met een kinderwens zijn we terughoudend met het weghalen van de baarmoedermond. Deze ingreep verhoogt namelijk de kans op vroeggeboorte. Maar als iemand dik in de 40 is en al drie kinderen heeft, heb je een ander gesprek en is het goed om een deel weg te halen. Of zelfs in uitzonderlijke gevallen de hele baarmoeder te verwijderen. Als er sprake blijkt te zijn van baarmoederhalskanker word je in de meeste gevallen doorverwezen naar het Anthony van Leeuwenhoekziekenhuis waar wij nauw mee samenwerken.

 

 

Vaccineren wordt –  zeker sinds corona – vaker ter discussie gesteld. Wat merkt u daarvan?

 

‘In mijn spreekkamer merk ik niets van weerstand tegen dit vaccin. Sterker nog, mijn patiënten zeggen: ik wou dat ik ervoor had kunnen kiezen toen ik jong was. Nee, de vrouwen die ik zie, hoef ik niet te overtuigen van het belang van vaccineren. Feit is dat in Nederland het vaccin pas sinds 2010 aan alle meisjes wordt aangeboden en sinds 2022 aan alle jongens van 9 en 10 jaar. Die jonge leeftijd is gekozen, omdat jongens en meisjes dan nog niet seksueel actief zijn.
 

‘Het vaccin kan ook bij volwassenen worden toegediend. Het geeft het afweersysteem een boost. Afgelopen jaar is begonnen met een inhaalvaccinatieronde voor jongvolwassenen tot 27 jaar. Nog tot juni van dit jaar kunnen zij gratis het vaccin halen. Ik hoop dat ze het massaal doen, al begrijp ik dat de animo niet al te groot is. Ik vind het goed dat mensen kritisch zijn en er vragen over stellen. Maar ik kan niet anders dan iedereen aanmoedigen die prik te nemen. Het is het enige bewezen vaccin tegen kanker.’

 

 

 

Bron: www.tergooi.nl